Spelling - groep 8 nummer 416 W

  
..Spelling..

Schrijf de werkwoorden in de verleden tijd.
tegenwoordige tijdverleden tijd
Zij maken mooie schilderijen.Zij ..
Zien jullie het geweldige contrast?Jullie
Wij zingen helemaal heel goed. Wij
Zij zijn allemaal werkzaam bij defensie. Zij
Ze staan regelmatig in de file.Ze
Wij plukken alleen de bijna rijpe pruimen. Wij
Zij blaast de ballon op. Zij

Schrijf de goede vorm van het werkwoord op.
tegenwoordige tijd verleden tijd voltooide tijd
controlerenik controleer ik controleerdeik heb gecontroleerd
opbranden hij hij hij
verhuizen ik ik ik
wuiven hij hij hij
bereiden ik ik ik
aanrichten jij jij jij
tochten het het het

Schrijf het tegengestelde op.
Ik ben wakker geworden. Ik ben in slaap gevallen.
Jij hebt het goed onthouden. Ik ben het helemaal .
De helikopter is opgestegen. De helikopter is .
Hij heeft het gat dichtgegooid. Hij heeft het gat .
Wij lieten de ballonnen leeglopen. Wij de ballonnen .
Wij draaien de bouten vast. Wij de bouten .