Spelling - groep 8 nummer 204W

  
..Spelling..

Maak de rijen af.
ik let hij let ik verwacht jij
ik verbind jij ik ontleed jij
ik fluit hij ik vermeld hij?
ik kaart jij? ik bezet jij?
ik bekleed jij?ik bloed jij
ik strandhij ik rijd je
ik vermijd jij?ik grijns hij?
ik zwerf hij? hij vermoedt jij?


Schrijf vormen het werkwoord rijden in de zinnen.
Hij iedere morgen naar de zaak. ..
Hij en zijn collega's daarna naar het karwei voor die dag.
Gisteren was hij daarna naar huis .
Op weg naar huis hij toen langs een oude oldtimer.
Zijn opa vroeger ook in zo'n auto realiseert hij zich.
In het weekend vraagt hij: "Opa jij nog wel eens?"
"Ik zo af en toe. Ik moet heel zuinig zijn op mijn oldtimer! "


Schrijf de zin in de tegenwoordige tijd. Schrijf dan de zin in de voltooide tijd.
Vergeet de hoofdletters en de leestekens niet.
Kocht hij de oldtimer?Hij reed naar de garage.
..
Hij wond zich vreselijk op. Hij sloot de ramen.