|
Het is geweldig, het is fantas. | | | | |
Hij is C, want hij komt uit China. | | | | |
Je zou ook kunnen zeggen hij is Azia, want hij komt uit Azië. | |
De groepsopdracht was moeilijk, de indivi opdracht is makkelijk. | | | | |
Het is van essent belang, het is heel belangrijk! | |
Het paleis is heel erg groot, het is gigan. | | | | |
Mijn vader is monteur, hij heeft dus een techn beroep. | | | | |