volgende
=>
Spelling - groep 6 nummer 708 W
Maak de rijen af.
ik word
word
jij?
jij
wordt
wij
worden
ik glijd
jij?
jij
jullie
ik vergeet
jij?
jij
wij
ik antwoord
jij?
jij
jullie
ik ontmoet
jij?
jij
wij
ik meld
jij?
jij
jullie
Vul het
hele werkwoord
in.
Tim, Anne en Nienke
in de speeltuintje .
Ibrahim en Jonas
op het veldje achter de school.
Annette en Sjoerd
alleen in het weekend.
Tante Truus doet bijna altijd mee, als wij gaan
.
Ruud en Anne
naar een iets groter huis drie straten verderop.
Maak de rijen af.
tegenwoordige tijd
verleden tijd
voltooide tijd
springen
zij springt
zij sprong
zij heeft gesprongen
roepen
zij
zij
zij heeft
verbinden
zij
zij
zij heeft
kijken
zij
zij
zij heeft
vinden
zij
zij
zij heeft
smijten
zij
zij
zij heeft
liggen
zij
zij
zij heeft
liegen
zij
ze
zij heeft
controleer
Hint
OK
volgende
=>