Spelling - groep 6 nummer 612 W

  
..Spelling..

Staat de zin in de tegenwoordige tijd of in de verleden tijd? Schrijf het werkwoord in de goede rij.
Zet een streepje in het andere vakje.
tegenwoordige tijd verleden tijd
De politie beboet de snelheidsovertreders. -
Wij aten graag macaroni bij opa en oma.
Hij zag het auto-ongeluk op de autoweg.
De juf roept alle kinderen naar binnen.
Hij hoort een vreemd geluid onder de motorkap.
De kinderen speelden op het schoolplein.


Zoek de stukjes van het werkwoord bij elkaar. Schrijf het hele werkwoord op.
De juf legt de spellingsregels goed uit.uitleggen ..
Josefien schrijft alle woorden nauwkeurig over.
Robert gooit de flessen weg in de glasbak.
Mohammed belt bij de buurman aan.
De hond schudt zijn natte vacht uit.
De coureur schroeft de snelheid in de bochten flink op.


Maak de rijen af.
ik verzin hij verzint wij verzinnen ..
ik verantwoord hij jullie
ik raad jij wij
ik sta hij jullie
ik draagjij wij
ik snijd hij jullie
ik schroef jij wij