volgende
=>
Spelling - groep 6 nummer 609
Schrijf het woord op.
zelfstandig naamwoord
ordenen
ik
orden
hij
ordent
de ordening
beantwoorden
ik
hij
de beantwoording
worden
ik
hij
de wording
veranderen
ik
hij
de verandering
verzenden
ik
hij
de verzending
beboeten
ik
hij
de boete
verbieden
ik
jij
het verbod
ontmoeten
ik
hij
de ontmoeting
opvoeden
ik
op
hij
op
de opvoeding
Schrijf het woord op.
ik-vorm (stam) - hij-vorm (stam+t) - meervoudsvorm
ik
ik verbind
ik
ik
zij
zij
hij
hij
jullie bereiden
wij
wij kneden
jullie glijden
ik
ik bloed
ik
ik
zij
zij
hij
zij
zij landen
jullie
wij braden
zij bekleden
Schrijf het
verklein
woord op.
de cola
het
het cadeau
het
de tournee
het
het café
het
de disco
het
de rivier
het
de banken
de
de bloemenvaas
het
het glas
de
het theater
het
controleer
Hint
OK
volgende
=>