Spelling - groep 6 nummer 604 W

  
..Spelling..

Schrijf de tegenwoordige tijd.
De kok bereidt De kok heeft het eten bereid..
Hij Joost heeft de vraag beantwoord.
Zij Jojanneke heeft het geheim niet verraden.
Zij De juf heeft ons verboden te voetballen in de korte pauze.
Zij Zij heeft de kabels met elkaar verbonden.
Hij De boer heeft de takkenbos verbrand.


Maak de rijen af met de tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooide tijd
zij hij ik jij jij
zij zong hij gooide Jochem schreef de man vondjij duwde
het meisje heeft
de voetballer heeft
Jochem heeft
ik heb
hij werd
zij ik hij zij hij
zij ving ik zwomhij tekende zij hoestte hij niesde
heeft kind heeft
de jongen heeft
ik heb
ik heb
ik heb