Spelling - groep 6 nummer 515

  
..Spelling..

Zoek de persoonsvorm en het onderwerp.
Zet in je hoofd de zin in een andere tijd. Welk woord verandert?
persoonsvorm: onderwerp:
Mijn moeder werkt bij de apotheek. ..
Zij moet heel nauwkeurig werken.
Het recept wordt altijd gecontroleerd.
Thomas brengt de medicijnen rond.
Klanten krijgen uitleg over het medicijn.
Mama werkt af en toe ook 's nachts.


Schrijf de woorden uit de zinnen in de goede kolom.
1. De houten ladder staat tegen de gevel...
2. De dakloze slaapt onder een betonnen brug.
3. Hij ligt op een laag platgemaakte kartonnen dozen.
4. Het zonnetje schijnt heerlijk op het rieten dak.

werkwoord:

voorzetsel:
stoffelijk bijvoeglijk
naamwoord:
zelfstandig
naamwoord:
1. -
2. -
3. -
4. -