volgende
=>
Spelling - groep 6 nummer 508
Vul een
eau
-woord in.
De juf zat achter haar
te werken.
Ik sport op hoog
.
Ik gaf mijn papa een groot
voor zijn verjaardag.
Mijn ouders hebben de reis geboekt bij het
in het winkelcentrum.
Schrijf het woord in de goede rij.
het
ement
het
de garan
de
het plat
het
twee radio
twee
het re
ept
het
de presta
de
de plum
de
drie paprika
drie
Maak de rijen af.
ik combineer
hij
combineert
ik verhoor
hij
ik inspecteer
hij
ik soldeer
hij
ik verplaats
hij
ik vernieuw
hij
ik bespreek
wij
ik strooi
wij
ik gooi
wij
ik isoleer
wij
ik blaas
wij
ik durf
wij
Schrijf het woord op. Let op de rijmwoorden.
de
de
het
de
de glazen
het Staatslot
de fee
de smurf
zij grazen
het cilinderslot
de toffee
ik surf
bellenblazen
een brompot
de troffee
ik durf
controleer
Hint
OK
volgende
=>