Spelling - groep 6 nummer 507

  
..Spelling..

Zet in je hoofd de zin in een andere tijd. Welk woord verandert?
Schrijf de persoonsvorm op.
Zij fietsten met z'n drieën naar het zwembad . ..
We doken met een mooie duik het water in.
Volgende ga ik mee op vakantie met Jutta en haar ouders.
Weet jij het antwoord op de eerste vraag?
Hij kon niet herinneren wanneer de Eerste Wereldoorlog begon.
Ze geeft haar mama een bos bloemen op haar verjardag.


Zoek de persoonsvorm en het onderwerp.
persoonsvorm onderwerp
Afgelopen week raasde de storm over de eilanden.
Donkere wolken schoven voor de zon.
Het bergpad sneeuwde helemaal onder.
Sloeg de bliksem bij jullie of bij jullie buren in?
De regen klettert al urenlang op het afdakje.
Volgende week verwachten ze veel hagel.
Sinds vanmorgen vroeg hebben we al een lekker zonnetje.
Boven de woestijn brandt de zon genadeloos.


Schrijf er een passend stoffelijk bijvoeglijk naamwoord voor. - Kies uit:
katoenen - koperen - houten - pluchen
schuur..
leidingen
lakens
teddybeer
Vul de combinaties in in de volgende zinnen.
De timmerman zette een in elkaar.
De loodgieter heeft voor het water aangelegd.
De op mijn bed zijn al aardig verkleurd.
Pim heeft zijn zusje een gegeven