Spelling - groep 6 nummer 311

  
..Spelling..


Vul de voltooide tijd in en het zelfstandig naamwoord.
tegenw. tijd voltooide tijd zelfstandig naamw.
zij rennen De jongens zijn naar het voetbalveld . -
zij winnen Ze hebben de wedstrijd .
zij fluisteren Zij heeft het antwoord .
zij werken Ik heb tot laat aan mijn werkstuk .
zij lenen Ik heb de laptop van mijn vader . -
zij kiezen Wij hebben de lekkerste gebakjes .
zij rijden Gisteren zijn we naar de verjaardag van oma . -
zij zijn Wij zijn ruim vier uur lang of het feest . -


Schrijf de zelfstandige naamwoorden en de bijvoeglijke naamwoorden op. En ook de lidwoorden.
.. bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord + lidwoord


Maak van de zin een vraagzin. En schrijf de persoonsvorm en het onderwerp op.
vergeet het vraagteken en de hoofdletters niet!
de vraagzin: persoonsv.het onderwerp
Maarten werd gisteren ziek.
Hij lag de hele dag in bed.
De dokter kwam ook nog langs.
Op zijn bed lag een extra deken.
Vandaag zakt de koorts gelukkig.