volgende
=>
Spelling - groep 6 nummer 309
Schrijf het werkwoord op.
Schrijf ook de
stam + t
op.
Het zijn werkwoorden met een d erin.
ik
bind
ik
kneed
ik
broed
ik
zij
bindt
hij
zij
hij
ik
ik
ik
ik
zij
hij
zij
hij
Schrijf het woord op.
hele werkwoord
tegenwoordige tijd
verleden tijd
redden
ik
ik
landen
hij
hij
houden
zij
zij
broeden
zij
zij
worden
ik
ik
opwinden
hij
op
hij
op
Maak de rijen af.
enkelvoud
meervoud
de chef-kok braadt
de chef-koks braden
de oma rijdt mee
de oma's
mee
de chirurgen snijden
de jongen verbrandt
de
de agenten melden
het been bloedt
de
de
de parachutisten landen
Overschrijven.
Zeeuwse
chipszak
nieuwsgierig
nonchalant
kieuwen
chagrijnig
middeleeuwen
ketchup
eeuwig
affiche
benieuwd
charmant
nieuwslezer
China
controleer
Hint
OK
volgende
=>