Spelling - groep 6 nummer 215

  
..Spelling..

Vul een voorzetsel in.
in - onder - achter - naast tussen - voor - op - door - boven - over
.. .. ..
de uil zit de doos de uil vliegt de doosde uil staat de doos
.... ..
de uil staat de doosde uil staat de doos de uil zit de doos

Vul de persoonsvorm in en schrijf het onderwerp op.
persoonsvorm onderwerp
Frits koopt een nieuwe laptop.Wie koopt?Frits
Hassan loopt een nieuw record. Wie ?
De atlete krijgt een medaille. Wie ?
Ik wil ook een super atleet worden. Wie ?
Jochem klets heel vaak in de klas.Wie ?
Mevrouw Kaya fietst naar haar kantoor. Wie ?

Vul het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord in.
hulpwerkwoordvoltooid deelwoord
Opa heeft zijn verjaardag gevierd.heeft gevierd
Hij is dinsdag zeventig jaar geworden.
Oma had heerlijke appeltaart gebakken.
Daar heeft ze altijd al veel van gehouden.
Mijn zusje heeft opa een leuke tekening gegeven.
Zij had hem de afgelopen week getekend.
Opa was blij verrast.
Hij heeft de tekening aan de muur gehangen.

Vul de voorzetsels in.
voorzetsel:
Anky zei: "Ik heb je pen weer in je etui gedaan."
Haar vriendin fluistert: "Maar ze heeft er ook een briefje bij gestopt."
"Wil je mij vertellen wat er op het briefje staat?"
Ik zoek het briefje tussen mijn pennen en potloden, Geen briefje!
Dan zie ik het opeens naast mijn etui liggen
Ik leg mijn hand over het briefje.
En ik verklap niets tegen haar vriendin.