Spelling - groep 6 nummer 116

  
..Spelling..

Schrijf het woord op. De laatste letters zijn steeds hetzelfde!
De a.. aan de amandelboom zijn bijna rijp.
Pas op, het kan vandaag gaan ij.., de weg is dan spiegelglad.
Aarzelen en weifelen is ongeveer hetzelfde als t...
Mijn zusje is haar tanden aan het w...
We zaten samen gezellig te b.. over de afgelopen vakantie.
Mijn oma gaat iedere dag een uurtje w... Ze loopt dan meestal door het park.
Ze zaten steeds door elkaar heen te ka.., het leek wel een stel kippen.


Schrijf de woorden in de goede rij.
verkleinwoord met een voorvoegsel met een achtervoegsel
het de
het het


Maak de rijen af.
werkwoord hele werkwoord
Johan fantaseert erop los. fantaseert fantaseren
Hannah wiebelt op haar stoel.
Sipke voetbalt op het schoolplein.
Hij leest het boek binnen twee dagen uit.
De zwaluw fladdert in het rond.
Ad beledigt zijn oom en tante.
De timmerman bevestigt de houten balk.
De toneelspeler popelt om te beginnen.