|
Van de tien heb ik er zeven goed en drie f . | | |
Als het zo warm is moet je v water drinken. | | |
Dat is een voldongen f , er valt niets meer aan te veranderen. | | |
Naast mijn duim zit mijn wijs . | | |
Als ik de bal gooi moet jij hem proberen te v . | | |
Ik ben het met het plan eens. Ben jij ook v of ben jij tegen? | | |
| | | | |