Spelling - groep 5 nummer 515

  
..Spelling..

Schrijf de persoonsvorm op. En zoek het onderwerp.
Verander in je hoofd de zin in een vraagzin. Welk woord staat vooraan?
persoonsvorm onderwerp
Onze school heeft twee etages.
Mijn opa maait het gras meestal op zaterdag.
Mama zit naast mij op de bank.
De loodgieter repareert onze kraan.
De wedstrijd is heel spannend.
In de laatste minuut valt er toch nog een doelpunt.

Vul de persoonsvorm in. Zet het onderwerp in het meervoud.
persoonsvorm onderwerp (meervoud)
De vuilnisman leegde de groenbak. de
Loopt je broer de marathon van Rotterdam? je
De juf kan goed sommen uitleggen. de
De schilder zingt tijdens het werk. de
De stratenmaker maakte een nieuw tuinpad. de
De keeper stopte de harde bal. de

Welk werkwoord hoort bij het bijvoeglijk naamwoord?
de verwarmde kamer verwarmen de gelopen afstand
de opgeladen batterij het verbrede fietspad
de opgeruimde kamer het verwachte aantal
de weggegooide flesjes de geverfde deuren