Spelling - groep 5 nummer 416

  
..Spelling..

Zet het werkwoord in de verleden tijd.
wij boffenwij ..het regent het
wij pakken wij het sneeuwthet
wij lassenwij het hagelt het
wij ritsen wij het onweert het
wij flitsen wij het dondert het


Vul het woord in.
Ada en haar zus wonen op een ... .. ..
Er staat een mooi paard staat in de .
Gisteren schrok d'r paard van een .
Het ging toen ... .. ..
Ada gaf het paard toen een .
En zij kreeg een lach op haar .


Schrijf het woord op.
ik trouwhij trouwt wij trouwen ..
ik werk hij wij
ik geeuw hij wij
ik turf hij wij
ik draag hij wij
ik kras hij wij
ik geef hij wij