volgende
=>
Spelling - groep 5 nummer 314
Schrijf het woord op.
Een grote
pinda
en een klein
pindaatje
Een grote
en een klein
Een grote
en een klein
Een grote
en een klein
Een grote
en een klein
Schrijf het woord op.
nieuwsgier
zenuwacht
onhand
geluk
verdriet
leergie
veert
tach
verstan
plezie
Schrijf de
au
-woorden en
ou
-woorden op.
het appl
s
het
zij tr
wen
zij
de
to
de
de kab
ter
de
de s
zen
de
de v
wfiets
de
de
gurk
de
de
ders
de
p
zeren
de karb
wen
de
Vul
eer
-woorden in.
Zij werpt
een
De
is dicht.
Ik
een gat.
Een
peuzelt nootjes op.
Ik
pasta
op mijn boterham
De
blust een brand.
Er zit een
in het karton.
De
zoekt voedsel.
controleer
Hint
OK
volgende
=>