Mijn tante is in ver van haar derde kindje. | | |
De deuren van het kantoor gingen au open, toen wij eraan kwamen. | | |
Ik bestelde in het restaurant tomatensoep als voor . | |
De racewagen ging gigan snel door de bocht. | |
In onze ver zitten pleisters, verband en een schaar. | |
Antwerpen is een Bel havenstad. | |
Het was een ko gezicht, toen de clown voorover viel. | |
| | |