Wij varen in onze nieuwe k. | | |
Wij zijn nu bij bij een kleine stroomversnelling. | |
Het ge van de stroomversnelling is goed te horen. | |
We zien een he kolkend water. | | |
Onze boot schiet vooruit, maar gel we blijven overeind ! | | |
Het is gelukt, maar het was wel even span. | | |