volgende
=>
Spelling - groep 5 nummer 204
Vul de woorden in. (Woorden met uw )
hij is erg sl
.
Ik zit lekker in de schad
.
Ik ben zen
achtig voor de toets.
De zwal
en vliegen hoog. Een teken van mooi weer .
Ik waarsch
je maar één keer!
Hij d
t het winkelwagentje.
Hij keek met afsch
naar het ongeluk.
Schrijf de
ei
-woorden en
ij
-woorden op.
ik ber
k
het schilder
v
lig
gel
k
alleb
v
ftig
het bew
s
zij p
nzen
w
nig
Maak de rij af.
ik verdenk
hij
verdenkt
ik behang
wij
ik drink
hij
ik verhuis
wij
ik bedank
hij
ik schuur
wij
ik klink
hij
ik beleef
wij
ik wenk
hij
ik verlies
wij
controleer
Hint
OK
volgende
=>