Spelling - groep 5 nummer 116

  
..Spelling..
Schrijf het woord op. (woorden met -ig of -lijk)
..
Ik ben vandaag jar... ..
Deze ziekte is erg besmette..
Ik las gisteren een verdriet.. verhaal
Hij is vaak heel grapp...
Deze wond doet zeer. Hij is heel erg p...
De taart was heer...
Van deze besjes word je ziek. Ze zijn g...
Wanneeer wij gaan eten, zeggen wij altijd: Eet s..!
Je moet morgen afzwemmen, ben je al zenuwacht..?
Hij bedoelt het niet letterlijk , maar figuur...
Ik weet het eer.. gezegd niet.


Schrijf het verkleinwoord op.
het gebaar een gebaartje.. de beschuit een
de kacheleen het bedrijf een
het verslag een het vuur het
de tang het het bezoek een
het verhaal een de augurk het
het geluk een de boekenplank het

Schrijf het woord op.
........
donker het twee de lange
........
het de metaal de