Spelling - groep 5 nummer 115

  
..Spelling..
Maak een samenstelling en vul die in.
trouw - glim - berg - voor - keel - ring ..hoofd - lucht - vinger - pijn - lach - ring
Ik word vrolijk van haar ....
Ik houd van de frisse en het mooie uitzicht.
Hij heeft een grote schram op zijn .
Hij voelt zich niet lekker. Hij heeft .
Zij heeft een om haar .


Schrijf de samenstelling op.
........
de het de de
..
........
het de de de

Schrijf het werkwoord op.
Femke rent altijd naar school. rent
Haar zusje fietst meestal naar school.
Toch is Femke vaak eerder op het schoolplein.
Haar zusje snapt er helemaal niets van.
Maar Femke vertelt haar haar geheimpje niet.
Ze klimt onderweg over een hoge schutting.
De weg naar school wordt daardoor een stuk korter.
Zo wint ze makkelijk, ondanks de voorsprong voor haar zusje.