Spelling - groep 5 nummer 110

  
Spelling..
Schrijf het grondwoord en het verkleinwoord op.
Een grote augurken een klein augurkje
Een grote en een klein
Een dikke een klein
Een grote een klein


Hoor je een lange klank of een korte klank? Zet deze woorden in het meervoud.
Zet ze in de goede kolom. Zet in het andere vakje een streepje -
korte klank lange klank
Eén getal en twee getallen -
Eén teek en twee - teken
Eén hek en twee
Eén tak en twee
Eén taak en twee
Eén kraan en twee
Eén zus en twee
Eén zwaan en twee
Eén haak en twee

Schrijf de woorden met een v of met een f op.
Vergeet de lidwoorden niet!
de ietsjesde fietsjes de arkens
het eestje de aasjes
leurig ettig
het olk de gronderf
het ilmpje ijnste
alse de azant