Redactiesommen 8

  
rekenen
Vul het goede antwoord in.
Som 1.
Hoeveel geld ligt hier? cent
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 2.
Twee en een halve euro is evenveel waard als
..... munten van vijftig cent. munten
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 3.
Welk getal is het volgende in deze reeks?
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 4.
Een doosje aardbeien kost een euro.
Ineke heeft tachtig eurocent.
Hoeveel komt ze tekort? cent
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 5.
Bakker Bert heeft 43 eieren.
Om een taart te bakken heeft hij zes eieren nodig.
Hoeveel taarten kan hij bakken? taarten
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 6.
De stratenmaker begint vandaag om acht uur met zijn werk.
Om tien uur neemt hij pauze.
Hoeveel minuten heeft hij nu al gewerkt? minuten
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 7.
Sjoerd is nu acht jaar. Zijn zusje Cora is twee jaar jonger dan Sjoerd.
Moeder is 25 jaar ouder dan Cora.
Hoe oud is moeder? jaar
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 8.
Sjors is jarig en geeft een feestje.
Zeven kinderen uit zijn buurt komen op zijn verjaardag.
Moeder is er ook.
Ze zijn nu met .... mensen. mensen
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 9.
Een potje pindakaas kost tachtig cent.
Bianca geeft de mevrouw bij de kassa twee euro.
Hoeveel cent krijgt zij terug? cent
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 10.
Twee uren duren evenlang als ........ kwartieren. kwartier
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 11.
In groep 4 zitten 28 kinderen.
De helft ervan zijn meisjes.
Hoeveel jongens zitten er in de groep? jongens
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 12.
Frits en Nick gaan naar de winkel en kopen achttien mandarijnen.
Ze eten onderweg naar huis elk twee op.
Ze komen thuis met .... mandarijnen. mandarijnen
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------