Redactiesommen 15

  
rekenen
Vul het goede antwoord in.
Som 1.
In welk blok ligt samen 107? letter
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 2.
Tante Jannie koopt boodschappen voor 52 euro.
Bij de kassa heeft ze maar 39 euro.
Hoeveel komt ze tekort? euro
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 3.
Het is nu zes uur. Maar de klok in de hal loopt een half uur achter.
Op die klok is het ......
A 6 uur
B 5 uur
C half 6
D half 7klok
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 4.
Johan wil postzegels van 39 cent kopen.
Hij heeft een euro.
Hoeveel postzegels kan hij kopen? postzegels
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 5.
We hebben een plank van 70 cm .We zagen er 25 cm vanaf.
Hoeveel blijft er over? cm
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 6.
Op het pleintje verven we drie rijen van vijf tegels.
Hoeveel tegels zijn er gekleurd? tegels
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 7.
Vader bakt oliebollen. Moeder lust er wel zes.
Moniek wel twee keer zoveel.
Vader hoeft er zelf maar vier.
Hoeveel moet hij bakken? stuks
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 8.
Welk getal mist er in deze reeks?
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 9.
Een ei kost twaalf cent.
Hoeveel eieren kan ik voor een euro kopen? eieren
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 10.
Het is nu:
Over drie kwartier is het .....
A half 10
B 9 uur
C kwart over negen
D kwart over 8letter
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 11.
1 april is op een maandag.
12 april is dan op een .......
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 12.
De trein hoort om 9 uur aan te komen op het station.
Hij heeft een half uur vertraging.
De trein komt nu aan om...
A 8 uur
B half 8
C half 10
D half 9letter
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------