Redactiesommen 13

  
rekenen
Vul het goede antwoord in.
Som 1.
In welk blok ligt samen 86? letter
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 2.
Een euro en 60 cent, is evenveel waard als
..... munten van 20 cent munten
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 3.
Bakker Koen heeft 84 eieren.
Om een taart te bakken heeft hij zes eieren nodig.
Hoeveel taarten kan hij bakken? taarten
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 4.
Een doosje kersen kost 110 cent.
Alie heeft veertig cent. Jan heeft vijftig cent.
Hoeveel cent komen ze tekort om een doosje kersen te kopen? cent
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 5.
Een film begint om half acht. De film duurt drie kwartier.
Hoe laat is de film afgelopen?
A kwart over acht
B half 9
C 8 uur
D 9 uurletter
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 6.
In de winkel staan vijf dozen melkpakken.
In elke doos zitten tien pakken melk.
Hoeveel pakken melk zijn er? pakken
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 7.
Het is nu kwart over zeven. Over een half uur is het ......
A half 8
B half 7
C kwart voor 8
D kwart over 8 letter
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 8.
In een bak liggen 24 ballen.
Een op de drie is rood.
Hoeveel ballen zijn rood? ballen
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 9.
Arja heeft op dertien knikkers na, precies honderd knikkers.
Hoeveel knikkers heeft Arja? knikkers
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 10.
Arno koopt een postzegel van 39 cent en twee postzegels van 50 cent per stuk..
Hoeveel moet hij betalen ?
A € 1,39
B € 0,89
C € 1,21
D € 0,99letter
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 11.
.
Op welke klok is het vijf voor drie? klok
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Som 12.
Welk deel van de cirkel is zwart?
A een vierde
B een vijfde
C een zesde
D een kwart letter
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------