Zing en dans: twaalf tips 2658

Kleine, ronde snippertjes gekleurd papier.
Deel van een lied. Dit lied heeft zes , met telkens het refrein ertussen.
De inleiding van een lied of muziekstuk.
De plek waar de nadruk ligt in een woord.
De manier waarop een lied afwisselend hoger en lager klinkt.
Een melodie zingen zonder woorden. Meeestal met je mond (bijna) dicht.
Een soort dans. Je loopt in een lange sliert achter elkaar, met je handen op de schouders of heupen van de persoon voor je.
Deel van het lied dat telkens terugkomt. In dit lied komt na elk couplet een .
Een lang, dun strookje opgerold gekleurd papier.
(de) confetti
(het) couplet
(het) intro
(de) klemtoon
(de) melodie
neuriën
(de) polonaise
(het) refrein
(de) serpentine