Tijd van jagers en boeren 1200
Het euilen van producten voor andere producten of voor geld.
Iemand die spullen ruilt tegen andere spullen of die spullen koopt of verkoopt tegen geld.
Iemand die dieren achterna zit om ze te doden.
Het bewerken van de grond om graan of andere gewassen te laten groeien of alle bedrijven samen die dat doen.
Waterplant die altijd met de voeten in het water staat.
Handel waarbij je niet met geld betaalt, maar spullen ruilt.
De letters en cijfers van een taal. Alles wat geschreven is of wordt.
Een deel van het jaar. Een ander woord voor

is jaargetijde.
Wat je doet om geld te verdienen.
Groepje mensen dat de leiding heeft.
Iemand die van beroep op het land werkt of vee fokt.
Het huis van de boeren. Een heel oude

is gemaakt van hout en riet.
Kleine plaats waar mensen bij elkaar wonen. In dat

wonen maar 500 mensen.
Iemand die verzamelt. Jagers en

s leefden van de natuur. Ze plukten bv. bessen.
Lang, dun steeltje in planten.
(de) handel
(de) handelaar
(de) jager
(de) landbouw
(de) moerasplant
(de) ruilhandel
(het) schrift
(het) seizoen
(het) beroep
(het) bestuur
(de) boer
(de) boerderij
(het) dorp
(de) verzamelaar
(de) vezel