De regels in het openbaar vervoer 783
Spullen die je bij je hebt als je onderweg bent.
In til de bagage in het

boven de stoelen.
Iemand die een voertuig bestuurt.
Dit kaartje is alleen vandaag

. Morgen kun je het niet meer gebruiken.
Het

is een afkorting voor: openbaar vervoer.
Een vervoersbewijs voor het

. Je betaalt er je reis mee.
Een

is iemand die meereist in en vervoermiddel.
Ik haal mijn ov-chipkaart langs de

in de tram.
De

is een zeer rustig deel van een trein. Je mag er niet praten.
Een

brengt mensen of spullen naar een andere plek. Rijdend, vliegend of varend. Vb. fiets, vliegtuig, schip, bus
Het

is een kaartje waarvoor je betaald hebt. Je kunt er in het ov mee reizen.
(de) bagage
(het) bagagerek
(de) bestuurder
geldig
(het) ov
(de) ov-chipkaart
(de) passagier
(de) scanner
(de) stiltecoupé
(het) vervoermiddel
(het) vervoersbewijs