Kolonisatie en slavernij 717

De is heilige boek van de christenen.
Bruin poeder waar chocolade van gemaakt wordt. wordt gemaakt van de bonen van de boom.
Man of vrouw die in de kerk de kerk-dienst leidt. Hij leest voor uit de Bijbel en vertelt wat de verhalen betekenen.
Een groot, stevig gebouw met dikke muren. Het wordt door soldaten verdedigd.
Stuk land dat door een ander land, ver land is verovert. Meestal wil zo'n land geld aan de verdienen.
Slaven die ontsnapten van de plantages. Ze woonden in dorpen, verstopt in het oerwoud.
De eigenaar van de plantage waar slaven werkten. De slaven moesten alles doen wat hij zei.
Groot veld in een warm land, er wordt koffie, suiker, tabak of thee verbouwd.
Een soort knecht die moet werken voor een meester. Hij krijgt niet betaald. Een had niets te vertellen over zijn leven.
Mensen als slaven houden. is sinds 1 juli 1863 verboden in Nederland.
Gedroogde delen van planten die eten lekker en pittig maken. Bv. peper.
(de) Bijbel
(de) cacao
(de) dominee
(het) fort
(de) kolonie
(de) marron - de marrons
(de) meester
(de) plantage
(de) slaaf
(de) slavernij
(de) specerij