Elke reis duurde uren 1650
Van het brandende hout bleef alleen de

over.
Buizen waaraan bv. de wielen, het stuur, het zadel van een fiets vast zitten.
Een reiziger die niet zelf rijdt, maar zich laat vervoeren.
Trapper van een fiets.
Het

is de ruimte onder in een schip waarin de spullen worden vervoerd.
(de lading)
Brandstof die in de aarde gevonden wordt. Stoomtreinen reden op

.
Mijn overgrootvader had alleen paard en wagen als

.
De waterkant, het land naast een rivier, kanaal of zee.
(de) as
(het) frame
(de) passagier
(het) pedaal
(het) ruim
(de) steenkool
(het) vervoermiddel
(de) wal