Specerijen uit het Verre Oosten 1506

De buitenste laag van een boomstam.
Korreltjes van fijngemalen tarwe. Martines moeder maakte met lamsvlees en pruimen.
Ziekte waarbij je waterige poep hebt, die je niet kunt ophouden.
Jeukende uitslag op je huid.
De tijd in Nederland tussen 1600 en 1700.
Iets fijnmaken in een molentje
De vorm van een uitgerekte cirkel. Zoals je een ei tekent op papier.
Het Engelse woord voor 'winkelen'.
Koek gekruid met pittige specerijen, onder andere peper.
Waar veel mensen van houden.
Kleine stukjes van iets hards afschrapen.
Ruimte in een schip waarin de spullen liggen die vervoerd worden.
Een klusje waar je goed in bent.
Een niet zo leuke kant van iets.
Alles wat je weet en wat je hebt geleerd.
(de) bast
(de) couscous
(de) diaree
(het) eczeem
(de) Gouden Eeuw
malen
ovaal / ovale
shoppen
(de) peperkoek
populair
raspen
(het) ruim
(de) handigheid
(het) nadeel
(de) kennis